Nokia 7710 - Grafiekbladen

background image

Grafiekbladen

Een grafiek tot in detail opmaken: druk op

en

selecteer

Opmaak

. Selecteer het object dat u wilt

bewerken. De selectie van instellingen is afhankelijk
van het type grafiek.

Tip: U kunt sommige dialoogvensters voor de

instellingen openen door op het desbetreffende item in
de grafiek te tikken. Zo wordt het dialoogvenster

Instellingen voor x–as

geopend wanneer u dubbeltikt

op de x–as van de grafiek.

Lettertype

– U kunt het lettertype, evenals de grootte en

kleur van het lettertype wijzigen. U kunt de tekst ook vet
of cursief maken, onderstrepen en doorhalen. U kunt de
tekst hoger of lager plaatsen door superscript of subscript
te selecteren. U kunt het effect van de wijzigingen zien
door op

Voorbeeld

te tikken.

Grafiek

– U kunt het grafiektype selecteren, de grafiek

driedimensionaal maken en de kleur van de achtergrond en
de assen wijzigen. Het is ook mogelijk de titel van de
grafiek te wijzigen, evenals de titel van de x– en y–as.

X–as

– U kunt het labeltype selecteren en het bijbehorende

gegevensbereik invoeren, de aslijn weergeven of verbergen
en maatstreepjes toevoegen. U kunt ook het
categorienummer opgeven waar de assen elkaar kruisen en
u kunt het aantal secundaire maatstreepjes per categorie
wijzigen.

Y–as

– U kunt aangeven of de waarden wel of niet in de

grafiek worden weergegeven, de hoogste en laagste
weergegeven waarde opgeven en definiëren op welke
locatie de assen elkaar kruisen. Bovendien kunt u
gebruikmaken van de logaritmische schaal, de interval
voor de primaire maatstreepjes wijzigen en de
getalnotatie aanpassen.

Legenda

– U kunt een legenda maken in de vorm van een

vak waarin de in de grafiek gebruikte kleuren worden
verklaard. Bovendien kunt u de positie van de legenda
opgeven.

Rasterlijnen

– U kunt aangeven of voor de primaire en

secundaire assen rasterlijnen moeten worden
weergegeven.

Serie

– U kunt aan een grafiek een of meer nieuwe

gegevensseries toevoegen of de bestaande serie(s)
wijzigen. U kunt aangeven of de serie wel of niet in de
grafiek moet worden weergegeven, het gegevensbereik
voor de serie wijzigen, het labeltype selecteren en het
gegevensbereik invoeren. Bovendien kunt u opgeven met
welke kleur de serie in de grafiek wordt weergegeven.
Cirkeldiagrammen kunnen slechts één gegevensserie
bevatten.

background image

We

rkblad

106

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Een duplicaat van een grafiek maken: tik op

Werkbladen / grafieken

. Selecteer de grafiek en tik op

Duplic.

.

De naam van een grafiekblad wijzigen: tik op

Werkbladen / grafieken

. Selecteer de grafiek en tik op

Naam wijzigen

. Voer de nieuwe naam in en tik op

OK

.

background image

P

resentaties

107

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.