Nokia 7710 - Constante–functie

background image

Constante–functie

Met de constante–functie kunt u tijdelijk een waarde
opslaan die constant wordt opgeteld, afgetrokken,
vermenigvuldigd of gedeeld.

Een constante gebruiken: voer de waarde in die u als

constante wilt gebruiken en tik tweemaal op het
symbool van het gewenste bewerkingsteken. De letter

K wordt op de berekeningsregel weergegeven wanneer
de constante waarde is opgeslagen. Voer een nieuwe
waarde en tik op het gelijkteken (=) om de berekening
uit te voeren.

Bijvoorbeeld: Voer de waarde 2 in de rekenmachine in.
Tik tweemaal op het plusteken (+). De constante
waarde 2 wordt opgeslagen. Voer de waarde 5 in en tik
op het gelijkteken (=). De som (7) wordt weergegeven.
Voer de waarde 10,2 in en tik op =. De som (12,2) wordt
weergegeven.