Alarmsignalen
Een alarmsignaal instellen: tik op
Alarm instellen
.
Voer de tekst in die wordt weergegeven wanneer het
alarmsignaal afgaat. Tik achtereenvolgens op
,
en
om de tijd voor het alarmsignaal in te stellen. Tik
op
OK
. Geef op hoe vaak het signaal moet worden
herhaald en tik op
OK
.
Als het tijdstip voor het alarmsignaal is aangebroken
terwijl de smartphone is uitgeschakeld, schakelt de
smartphone zichzelf in en wordt het
waarschuwingssignaal afgespeeld.
Klok
110
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Het geluid van een alarmsignaal uitschakelen: tik op
Stoppen
. Als de smartphone was uitgeschakeld op het
moment dat het alarmsignaal afging, wordt gevraagd
of u de smartphone wilt inschakelen. Druk op
Annuleren
om de smartphone uit te schakelen of op
Inschakelen
om de smartphone in te schakelen. Druk
niet op
Inschakelen
wanneer het gebruik van
draadloze telefoons storingen of gevaar kan opleveren.
Een alarmsignaal tien minuten uitstellen: tik op
Snooze
. Als de smartphone was uitgeschakeld op het
moment dat het alarmsignaal afging, schakelt de
smartphone zichzelf weer uit en na tien minuten weer
in.
Het geluid van een alarmsignaal onderdrukken: tik
op
Stil
. Het geluid van het signaal blijft achterwege,
maar de melding verschijnt gewoon op het scherm.
Een alarmsignaal verwijderen: druk op
en tik op
Weergave
>
Alarm
. Selecteer het signaal dat u wilt
verwijderen en tik op
Alarm verwijderen
.
Een alarmsignaal bewerken: druk op
en tik op
Weergave
>
Alarm
. Dubbeltik op het signaal dat u wilt
bewerken.
Een alarmsignaal activeren of deactiveren: druk op
en tik op
Weergave
>
Alarm
. Selecteer het signaal
dat u wilt activeren of deactiveren en tik op
Activeren/ deactiveren
.