Geavanceerde internetinstellingen
Wanneer u klaar bent met het instellen of bewerken van
de internettoeganginstellingen in de wizard
Internetinstelling (
Config.scherm
>
Internetinstelling
>
Nieuw
), kunt u geavanceerde instellingen configureren.
Welke pagina's en opties beschikbaar zijn, hangt af van
het feit of u een packet–gegevensverbinding (GPRS), een
GSM–verbinding of een VPN–verbinding hebt gekozen.
Pagina Gegevensoproep
Oproeptype:
– Definieer het type GSM–gegevensoproep.
De opties zijn
Normaal
en
Hoge snelheid (GSM)
.
U kunt
Hoge snelheid (GSM)
alleen gebruiken als de
netwerkoperator deze functie ondersteunt. Wellicht moet
u de functie ook voor uw SIM–kaart activeren.
Modemtype:
–
Analoog
,
ISDN V.110
of
ISDN V.120
geeft u
aan of de smartphone gebruikmaakt van een analoge of
digitale verbinding. Deze instelling is afhankelijk van
zowel uw GSM–netwerkoperator als internetprovider
omdat sommige GSM–netwerken geen ondersteuning
bieden voor bepaalde typen ISDN–verbindingen. Neem
voor meer informatie contact op met uw internetprovider.
Als er ISDN–verbindingen beschikbaar zijn, wordt de
verbinding sneller tot stand gebracht dan met analoge
methoden.
Max. gegevenssnelheid:
– Met deze optie kunt u de
maximale verbindingssnelheid beperken bij het gebruik
van gegevens met hoge snelheid. Hogere
gegevenssnelheden kunnen duurder zijn, afhankelijk van
de netwerkoperator.
De snelheid geeft de maximumsnelheid van de verbinding
aan. Tijdens de verbinding kan de snelheid lager zijn,
afhankelijk van de situatie op het netwerk.
Modeminitialisatie:
– Met behulp van AT–
modemopdrachten kunt u de instellingen van de
smartphone beheren. Voer zo nodig tekens in die uw GSM–
netwerkoperator of internetprovider heeft verstrekt.
Pagina Proxy's
Met behulp van een proxy kunt u de toegang tot internet
versnellen. Bovendien vereisen sommige internetproviders
Config.scherm
121
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
het gebruik van webproxy's. Informeer bij uw
internetprovider naar de juiste proxygegevens.
Als u een internetverbinding met het intranet van uw
bedrijf hebt gemaakt en u kunt geen webpagina's ophalen
van het algemene internet, moet u wellicht een
proxyserver instellen om webpagina's buiten het intranet
te kunnen ophalen.
Protocol:
– Selecteer het protocoltype van de proxy. U kunt
voor elk protocol een andere proxy–instelling opgeven.
Proxy gebruiken:
– Selecteer deze optie als u de proxyserver
wilt gebruiken.
Hostadres:
– Het IP–adres van de proxyserver, of de
domeinnaam. Enkele voorbeelden van domeinnamen zijn:
bedrijf.com en organisatie.org.
Poortnummer:
– Het nummer van de proxypoort. Het
poortnummer is gekoppeld aan het gebruikte protocol.
Veelgebruikte waarden zijn 8000 en 8080, maar deze
kunnen per proxyserver verschillen.
Proxy niet gebruiken voor:
– Hier geeft u de domeinen op
waarvoor de HTTP– of HTTPS–proxy niet nodig is. Gebruik
een puntkomma als scheidingsteken tussen de
verschilende domeinnamen in de lijst.
Pagina IP–adressen
De instellingen voor de twee protocollen (IPv4 en IPv6)
verschillen enigszins van elkaar.
IP-adres autom. ophalen:
– Als u deze optie selecteert, wordt
het IP–adres automatisch opgehaald van de server. Deze
instelling wordt ook wel het 'dynamisch IP–adres'
genoemd.
IP-adres:
– Het IP–adres van de smartphone. Als het IP–
adres automatisch wordt opgehaald, hoeft u hier niets in
te voeren.
DNS-adres:
– Als u de optie
Automatisch ophalen
selecteert
voor het IPv4–protocol, wordt het DNS–adres (Domain
Name Server) automatisch opgehaald van de server. De
desbetreffende waarde voor het IPv6–protocol is
Bekende
DNS gebruiken
. DNS is een internetdienst voor het
omzetten van domeinnamen zoals www.nokia.com, in
IPv4–adressen zoals 192.100.124.195 of IPv6–adressen
zoals 3ffe:2650:a640:1c2:341:c39:14.
Primair DNS-adres:
– Het IP–adres van de primaire DNS–
server. Als het IP–adres automatisch wordt opgehaald,
hoeft u hier niets in te voeren.
Secundair DNS-adres:
– Het IP–adres van de secundaire
DNS–server.
Pagina Aanmeldingsscripts
Aanmeldingsscript gebruiken:
– Met deze optie kunt u een
aanmeldingsscript met platte tekstindeling invoeren of
importeren. U kunt het script bewerken in het veld onder
aan het scherm.
Terminal na kiezen weergeven:
– Met deze optie wordt op
het scherm het terminalvenster weergegeven bij het tot
stand komen van een gegevensverbinding.
Config.scherm
122
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Tip: Wellicht kan uw internetprovider u een script
verschaffen.
Tip: Voor het tot stand brengen van een verbinding
zijn meestal geen scripts nodig. Informeer bij uw
internetprovider of u een script nodig hebt.
Pagina Overige
Aanmelden met normale tekst:
– Met deze optie kunt u het
wachtwoord voor verbinding als normale tekst verzenden.
Schakel deze optie uit als u optimale beveiliging wenst.
Sommige internetproviders eisen echter dat deze optie is
ingeschakeld.
PPP-compressie gebruiken:
– Met deze optie versnelt u de
gegevensoverdracht als de externe PPP–server daarvoor
ondersteuning biedt. Als het maken van een verbinding
problemen geeft, moet u deze optie niet inschakelen.
Neem contact op met uw internetprovider voor
assistentie.
Terugbeltype:
– Informeer bij uw internetprovider naar de
juiste instelling. De instelling is afhankelijk van de
configuratie van de internetprovider.
Terugbelnummer:
– Voer het gegevenstelefoonnummer van
de smartphone in waarvan de terugbelserver
gebruikmaakt. Meestal is dat het telefoonnummer voor
gegevensoproepen van de smartphone.