Nokia 7710 - Een internettoegangspunt instellen

background image

Een internettoegangspunt instellen

Afhankelijk van het type SIM–kaart in uw apparaat,
worden mogelijk automatisch de juiste instellingen voor
WWW–browsen en MMS gedefinieerd. Sommige
internetproviders bieden u de mogelijkheid de instellingen
voor uw internettoegangspunt te configureren door u een
bericht toe te zenden. Daardoor kan het aantal
instellingen dat u zelf moet invoeren, worden beperkt of
hoeft u mogelijk helemaal geen instellingen meer door te
voeren. Zie “Mobiele plug–and–play diensten” op
pagina 76 voor meer informatie.

De precieze waarden voor de instellingen worden meestal
door uw internetprovider verstrekt. Volg de aanwijzingen
van de internetprovider nauwkeurig op.

background image

Config.scherm

119

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

Wellicht moet u verschillende internetverbindingen
instellen, afhankelijk van de sites waar u naartoe wilt gaan.
Zo kan er voor surfen op internet een andere instelling
vereist zijn dan voor toegang tot het intranet van uw
bedrijf.

De toepassing Berichten gebruikt het
internettoegangspunt ook voor het verzenden en
ontvangen van e–mail en multimediaberichten. Zie
“Berichten” op pagina 50.

Voor gegevensoverdracht via GPRS wordt mogelijk een
extra vergoeding in rekening gebracht.

Een internettoegangspunt instellen: tik op

Nieuw

. U

kunt een bestaand toegangspunt bewerken door te
tikken op

Toegangspunten

. Definieer de volgende

velden op de pagina's van de wizard voor het instellen
van internet:

Naam verbinding:

– Geef een duidelijke naam voor de

verbinding op.

Gegevensdrager:

– Selecteer het type gegevensverbinding.

Zie “Gegevensverbindingen” op pagina 32 voor meer
informatie over typen gegevensverbindingen.

Afhankelijk van de gegevensverbinding die u selecteert,
zijn sommige velden op de volgende pagina's van de
wizard beschikbaar.

Details GSM–gegevensoproepen

Inbelnummer:

– Het modeminbelnummer van het

toegangspunt.

GPRS–details

Netwerktype:

– Selecteer de IP–versie die u wilt gebruiken.

Toegangspunt automatisch ophalen:

– Als uw

netwerkoperator deze functie ondersteunt, kan de
naam van het toegangspunt automatisch van het
netwerk worden opgehaald. Het toegangspunt is nodig
om een verbinding met het GPRS–netwerk tot stand te
brengen.

Naam toegangspunt:

– Als u de optie

Toegangspunt

automatisch ophalen:

niet hebt ingeschakeld, kunt u

hier een naam voor het toegangspunt opgeven. U kunt
de naam van het toegangspunt verkrijgen bij uw
netwerkoperator of serviceprovider.

Aanmelddetails

Wachtwoord bij elke aanmelding:

– Selecteer deze optie om

naar een wachtwoord te laten vragen telkens wanneer u
zich aanmeldt bij een server of als u uw wachtwoord niet
in de smartphone wilt opslaan.

Gebruikersnaam:

– Geef een gebruikernaam op als de

serviceprovider dat vereist. De gebruikersnaam kan nodig
zijn voor het maken van een gegevensverbinding en wordt
meestal verstrekt door de serviceprovider. In de
gebruikersnaam wordt meestal onderscheid gemaakt
tussen hoofdletters en kleine letters.

Wachtwoord:

– Er kan een wachtwoord nodig zijn voor het

maken van een gegevensverbinding. Deze wordt meestal
verstrekt door de serviceprovider. In het wachtwoord

background image

Config.scherm

120

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

wordt meestal onderscheid gemaakt tussen hoofdletters
en kleine letters.

VPN–details

U moet over ten minste één internettoegangspunt
beschikken en ten minste één VPN–beleid hebben
geïnstalleerd voordat u een VPN–toegangspunt kunt
definiëren. Zie “Een VPN–beleid beheren” op pagina 131
voor meer informatie over het installeren van een VPN–
beleid.

Internettoegangspunt:

– Selecteer het toegangspunt voor

VPN–toegang.

VPN-beleid:

– Selecteer het VPN–beleid dat moet worden

gebruikt voor VPN–toegang.