Nokia 7710 - E–mail verzenden

background image

E–mail verzenden

1

Druk op

en selecteer

Bericht

>

Nieuw...

>

E-mail

in

de hoofdweergave van de toepassing Berichten.

2

Geef het e-mailadres op in het veld

Aan:

. Voeg een

puntkomma (;) toe tussen afzonderlijke ontvangers.
Als de ontvanger in uw lijst met contactpersonen is
opgenomen, tikt u op

. Selecteer de ontvanger in

de lijst en tik op

Toevoegen

. Tik op

Voltooid

zodra u

alle ontvangers hebt geselecteerd.

3

Geef een onderwerp op en voer het bericht in. Tik op

Verzenden

.

Tip: U kunt een e–mailadres in een tekstvak of

document gebruiken als hyperlink. Tik op het adres of
plaats de cursor erop met behulp van de bladertoets. U
ziet nu een koppeling met een klein pictogram. Tik op
het pictogram om de e–maileditor te openen.

Als meer dan één naam overeenkomt met de naam die u
hebt ingevoerd, of als de betreffende persoon meer dan
één e–mailadres heeft, selecteert u de juiste naam of het
gewenste e-mailadres in de lijst en tikt u op

OK

.

Tip: U kunt meerdere contactpersonen tegelijkertijd

selecteren. Zie “Algemene functies in toepassingen” op
pagina 23.

De velden CC: en BCC: weergeven of verbergen in de

e–maileditor: druk op

en selecteer

Scherm

>

Veld

CC

of

Veld BCC

. Als u een ontvanger toevoegt aan het

veld

CC:

, wordt een kopie van het bericht naar de

betreffende ontvanger gezonden en is de naam van de
ontvanger zichtbaar voor andere ontvangers van het
bericht. Als u een ontvanger toevoegt aan het veld

BCC:

, wordt een kopie van het bericht naar de

betreffende ontvanger gezonden maar is de naam van
de ontvanger niet zichtbaar voor andere ontvangers
van het bericht.

Een net geschreven e–mailbericht opslaan maar

niet verzenden: tik op

Sluiten

. Het bericht wordt

opgeslagen in de map

Concepten

. Het opgeslagen

bericht vervangt een eerder opgeslagen versie van
hetzelfde bericht.

Verzendopties opgeven voor het actieve e-

mailbericht: tik op

Verzendopties

. Wijzigingen die u in

dit dialoogvenster aanbrengt, betreffen alleen het
actieve e-mailbericht en hebben betrekking op de
opmaak van het bericht zoals het wordt geopend door
de ontvanger. De opmaak kan bijvoorbeeld om de
leesbaarheid van de tekens gaan. U kunt het volgende
opgeven:

Prioriteit:

– Het prioriteitsniveau van het bericht.

E-mailindeling:

– De opmaakstijl van het bericht.

Selecteer

Opgemaakte tekst (HTML)

om verbeterde

opties voor tekstopmaak te kunnen gebruiken.
Selecteer

Zonder opmaak

om de gewone

background image

Berichten

57

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

internetindeling te gebruiken of selecteer

Zonder opm.

(geen MIME)

als u weet dat het e–mailsysteem van de

ontvanger geen berichten in standaard internetindeling
kan weergeven.

Leesbevestiging vragen:

– Selecteer deze optie als u een

melding wilt ontvangen als de ontvanger uw bericht
geopend heeft.

Gebruikte mailbox:

– De externe mailbox die voor het

verzenden van dit bericht werd gebruikt.

E-mailbericht verzenden:

– Geef op wanneer het bericht

moet worden verzonden.

Onmiddellijk

wil zeggen dat

het bericht zo snel mogelijk wordt verzonden als u
verbinding hebt met de externe mailbox. Als u geen
verbinding hebt, wordt geprobeerd een verbinding tot
stand te brengen.

Bij volgende verbinding

wil zeggen dat

de e-mail wordt verzonden zodra u verbinding maakt
met de externe mailbox. Als u de optie

Op aanvraag

selecteert, wordt het bericht opgeslagen in de Outbox
wanneer u op

Verzenden

tikt. Het bericht wordt

verzonden wanneer u het bericht selecteert in de
Outbox en op

Verzenden

tikt.