Nokia 7710 - Gegevenstransmissie

background image

Gegevenstransmissie

Dit apparaat maakt gebruik van de
gegevenstransmissiemogelijkheden van het GSM–netwerk
voor het verzenden van multimediaberichten, SMS–
berichten en e–mail, en voor het tot stand brengen van
verbindingen met computers op afstand.

Draadloze gegevensverbindingen zijn mogelijk vanaf de
meeste locaties waar de smartphone werkt. Het verdient
echter de voorkeur het apparaat te gebruiken op een
locatie waar een zo sterk mogelijk draadloos signaal kan
worden verkregen. Hoe sterker het signaal, hoe efficiënter
de gegevenstransmissie. In het algemeen geldt dat van
draadloze communicatie niet dezelfde prestaties kunnen
worden verwacht als van communicatie via
kabelnetwerken, vanwege de kenmerken die inherent zijn
aan de omgeving voor draadloze communicatie.

De volgende factoren kunnen een nadelige invloed hebben
op draadloze verbindingen in de vorm van ruis, zwakke

background image

Algemene informatie

31

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

signalen, signalen die verloren raken, verkeerde werking
van het apparaat of vervormde weergave:

Ruis – Interferentie van elektronische apparatuur en van
andere telefoons is van invloed op de kwaliteit van
draadloze gegevensverbindingen.

Roaming – Wanneer de gebruiker van de smartphone zich
van de ene netwerkcel naar de andere verplaatst, gaat dat
gepaard met een tijdelijk zwakker wordend signaal van het
kanaal en kan de smartphone worden overgezet naar een
andere cel en frequentie met een sterker signaal. Overgang
naar een andere cel kan ook plaatsvinden wanneer de
gebruiker stationair is, vanwege variaties in de hoeveelheid
netwerkverkeer. Daardoor kunnen kleine vertragingen in
de transmissie optreden.

Elektrostatische ontlading – Ontlading van statische
elektriciteit via een vinger of geleider kan problemen met
functies in elektrische apparaten veroorzaken. De
ontlading kan tevens leiden tot een vervormde weergave
en instabiele software. Draadloze verbindingen kunnen
onbetrouwbaar worden, gegevens kunnen beschadigd
raken en de transmissie kan voortijdig worden beëindigd.
In dat geval moet u de huidige oproep afbreken, de
telefoon uitschakelen en de batterij verwijderen.
Vervolgens plaatst u de batterij terug en brengt u een
nieuwe draadloze verbinding tot stand.

Deadspots en dropouts – Deadspots zijn gebieden waar
geen radiosignalen kunnen worden ontvangen. Dropouts
treden op wanneer de gebruiker van de smartphone op een
locatie komt waar het radiosignaal wordt geblokkeerd of

verzwakt als gevolg van geografische omstandigheden of
grote gebouwen.

Signaalverzwakking – Afstand en obstakels zijn factoren
waardoor signalen uit fase kunnen raken. Bovendien
kunnen zij de oorzaak zijn van het terugkaatsen van
signalen. In beide gevallen treedt een verlies in
signaalsterkte op.

Zwak signaal – Als gevolg van afstand of obstakels kan
het signaal van een zender, of cel, niet sterk of stabiel
genoeg zijn voor een betrouwbare gegevensverbinding.
Houd daarom voor een optimale verbinding de volgende
punten in het oog:

• De gegevensverbinding werkt het beste wanneer het

apparaat stationair is. Draadloze communicatie van
gegevens in een rijdend voertuig wordt niet
aanbevolen.

• Plaats het apparaat niet op een metalen oppervlak.
• Controleer of de signaalsterkte op het scherm van de

smartphone voldoende is. Door met de smartphone in
een ruimte te bewegen, met name in de richting van
een raam, kan een sterker signaal worden verkregen.
Als een signaal al niet sterk genoeg is om
spraakoproepen te ondersteunen, is een

background image

Algemene informatie

32

Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.

gegevensverbinding pas mogelijk op een locatie met
een betere signaalontvangst.